“Met het korps willen we de jeugd geïnteresseerd zien te krijgen voor nautische beroepen. Dat kan een baan zijn in de binnenvaart, bij de marine of op een groot zeeschip”, zegt Wijnand Kramer, de commandant van Zeekadetkorps Heerhugowaard. “Het korps is vertegenwoordigd in 19 regio’s. Elke regio heeft de zorg voor een eigen vaartuig,”

De stichting Zeekadetkorps Heerhugowaard is opgericht in december 1978. Door de jaren heen hebben jongens en meisjes bij het korps de basis gelegd voor hun latere loopbaan in de scheepvaart. Kinderen van 10 jaar en ouder kunnen lid worden van het korps. De kadetten komen elke zaterdag van 12.00 tot 17.00 uur bij elkaar aan boord van de Abel Tasman. 

Het onderhoud van het schip is een belangrijke taak, maar de kadetten leren bijvoorbeeld ook roeien, zeilen en knopen leggen. De kinderen mogen ook zelf aan het roer staan van het korpsschip, de koers bepalen en de motor bedienen. Onder begeleiding van ervaren instructeurs leren de kinderen hoe zij met het grote schip om moeten gaan.

“De tijd op ons schip is altijd leerzaam”, zegt Colin. “Ik vind het nog net zo leuk als op de eerste dag dat ik hier kwam. Elke dag op het schip is bijzonder en we doen steeds weer andere dingen. Je krijgt een mooi uniform als je zeekadet derde klasse wordt. Dat uniform draag je bij bijzondere gebeurtenissen.” 

Wijnand Kramer: “Onze jeugdleden zijn hier zowel individueel als in groepsverband met opdrachten bezig. Wij bieden een uitdagende en veilige omgeving waarin jongeren door praktische taken de kans krijgen hun talenten en competenties verder te ontwikkelen.”

Colin: “We doen aan boord altijd veel verschillende dingen: samen koken, schilderen, werken met touwen en bijvoorbeeld de vlag hijsen. Daarnaast gaan we ook op excursies en we gaan ook samen op kamp.”

“We nemen ook deel aan nationale en lokale herdenkingen, zoals de dodenherdenking op De Dam in Amsterdam en bij het monument op de Dreef in Heerhugowaard”,  vult Wijnand Kramer aan. “Ook doen we mee aan Koningsdag en andere feestelijkheden. Eigenlijk is er te veel om op te noemen.”